Het onderduikverleden van Brunssum in een notendop
Joodse kinderen en volwassenen, mensen die wilden ontkomen aan de Arbeitseinsatz (verplichte tewerkstelling in Duitsland), gedeserteerde Duitse soldaten en anderen (waaronder ook verzetsmensen) hebben in Brunssum ondergedoken gezeten. Grotendeels van begin 1943 tot aan de bevrijding van Brunssum op 19 september 1944. Voor zover bekend hebben alle onderduikers de oorlog overleefd. Niemand is opgepakt of vermoord. Dit is de reden waarom Brunssum geen Stolpersteine heeft, wat het onderduikverleden van Brunssum uniek maakt.
De Joodse kinderen werden door het verzet – vooral de NV Groep – vanuit Amsterdam naar Brunssum gebracht. De volwassenen kwamen veelal door de talrijke particuliere verzetsinitiatieven naar Brunssum. In totaal hebben zo’n 400 à 500 personen in Brunssum ondergedoken gezeten, op een bevolking van ± 17.000 inwoners. Onderduikers werden vaak, voor eigen veiligheid en veiligheid van het gastgezin, verplaatst (zowel binnen Brunssum als daarbuiten, soms zelfs naar andere provincies). Gemiddeld gebeurde dit vier keer per persoon. Dit betekent dat een groot deel van de Brunssumse huishoudens betrokken was bij dit onderduikverhaal.